Leestijd: 3 minuten
Er wordt veel gesproken over CO2-reductie in de bouw, maar hoe vertaalt zich dat in de praktijk? Uit de Boels Rental Bouwindex* blijkt dat 46 procent van de bouwprofessionals vindt dat de sector voldoende doet om de CO2-uistoot te verlagen en 45 procent gelooft dat het niet nodig was om eerder met reductiemaatregelen te starten. Verder geeft 54 procent aan dat bouwbedrijven actief bezig zijn met CO2-reductie. Dit is bemoedigend om te horen, maar het roept ook de vraag op waarom verduurzaming voor de rest nog geen prioriteit lijkt.
Elektrificatie: ambitie versus realiteit
Elektrificatie van bouwmaterieel wordt vaak genoemd als een belangrijke stap richting verduurzaming. Meer dan de helft van de bouwprofessionals (52%) ziet dan ook dat er voldoende elektrisch materieel beschikbaar is om die stap te nemen. Maar zodra we dieper graven, komt een andere realiteit naar voren. In de praktijk blijkt dat 57 procent vindt dat verduurzaming momenteel meer kost dan het oplevert, en bijna de helft (47%) vindt de aanschaf van elektrisch materieel simpelweg te duur. Dit is een drempel voor bedrijven, zeker in een sector waar de marges op bouwprojecten al klein zijn.
57% vindt dat verduurzaming momenteel meer kost dan het oplevert
vindt dat het verlagen van kosten belangrijker is dan investeren in duurzaamheid
Bovendien geeft 38 procent van de bouwprofessionals aan dat het verlagen van kosten belangrijker is dan investeren in duurzaamheid. En hier schuilt de kern: hoewel de wil er is om te verduurzamen, vormt de financiële realiteit vaak een belemmering. Voor veel bouwbedrijven is het lastig om duurzamere keuzes te rechtvaardigen, omdat ze vooral kijken naar de directe kosten. Hierdoor blijft de sector zoeken naar een evenwicht tussen besparen op korte termijn en investeren in de toekomst, waarbij de focus op duurzaamheid soms naar de achtergrond verschuift.
Grote plannen, grote uitdagingen
Daarnaast speelt de overheid een belangrijke rol bij het stimuleren van verduurzaming in de bouw. Ondanks dat regelingen zoals de Energie-investeringsaftrek (EIA) en de subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB) beschikbaar zijn, vindt de helft van de bouwprofessionals dat er niet genoeg wordt gedaan om het gebruik van groener materieel te stimuleren. De beschikbare subsidies dekken de kosten niet volledig en de tijdrovende aanvraagprocedures vormen een extra hindernis.
Beginnen met kleine stappen
Ondanks de uitdagingen is er ook hoop. Verduurzaming hoeft niet in één keer te gebeuren. Kleine, haalbare stappen kunnen een verschil maken. Denk aan het testen van elektrisch materieel of het aanvragen van subsidies voor energiezuinig materieel. Pilotprojecten kunnen bouwbedrijven de kans geven om te experimenteren, zonder meteen grote financiële risico’s te lopen.
Investeren in duurzaamheid biedt daarbij meer voordelen dan alleen het terugdringen van de CO2-uitstoot. Op de lange termijn leidt het tot lagere operationele kosten, meer innovatie, een betere reputatie en toegang tot nieuwe markten. Daarnaast wordt het makkelijker om te voldoen aan strengere (toekomstige) regelgeving, wat bedrijven helpt om boetes te voorkomen en toekomstbestendig te blijven
*Het onderzoek is uitgevoerd door Markteffect onder 404 Nederlanders werkzaam binnen de bouwsector.o.